Haastige voorspoed

door Bas Derks

Ieder mens is gemaakt als goed. In de warmste kamer van het lichaam huist er een hartenhaas die zijn buikje vult met de vruchten van mijn deugdelijke daden. Hij is mijn moraal. Waarom leeft deze knul dan niet altijd perfect, als dit innerlijke huisdier hier wel constant naar verlangt? Makkelijk: omdat dan de (pure) liefde verdwijnt. Wat is de waarde van het warmhartig verzorgen van mijn binnenbeest, als dat vooraf geprogrammeerd is? Wat stelt goed nog voor, als er geen mogelijkheid is om kwaad te doen?

Diep vanbinnen weet ieder mensenschepsel exact wat goed en kwaad is. Er is geen land waar ze klappen voor oplichters of juichen om moordenaars. We maken alleen niet altijd de juiste keus. Net als ik mensen heb voorgelogen, bestolen en gekrenkt. Bewust afwezig was op de momenten dat de ander mijn hulp behoefte. Mijn eigen wangedrag keer op keer goedpraatte in de rechtszaal van mijn hoofd. En jaloezie heb toegelaten. Ik misgunde de ander zijn professionele kunde en verzwakte zijn of haar karakter.

Voor al die zaken heb ik nooit een greintje trots gevoeld. Integendeel. Toch zijn die gevoelens en gedragingen, ondanks het innerlijke moraal, aldoor aanwezig. Uitsluitend de keus voor goed weerhoudt mij van latere spijt, schaamte en zelfverachting. Gelukkig krijg ik bij elke situatie opnieuw de kans om voor goed of kwaad te kiezen. Om de innerlijke drang te stoppen en te negeren. Te gaan voor duurzaam geluk in plaats van het primaire geluksmoment. Stiekem weet mijn binnenste precies welke keuze daarbij behoort. Ik moet hem alleen nog wel maken.

Kwaad bestaat niet zonder goed. Neem de nazi’s. We kunnen hen alleen als kwaad bestempelen als we diep vanbinnen weten wat goed is. Ook de nazi’s zelf hadden hele mechanismen om onder het stempel kwaad uit te komen. De kampofficieren hadden bijvoorbeeld pauze op het moment dat de gasdouches in werking traden. Zo was geen enkele nazi persoonlijk aansprakelijk voor de duizenden lijken. Zelfs de grootste beulen wisten dus dondersgoed dat moorden tot het kwaad behoort.

Kwaad bestaat niet zonder goed, maar goed wel zonder kwaad. Er wordt ons namelijk wel kwaad, maar nooit goed aangedaan. We verwachten dat de ander ons niet zal voorliegen, bestelen of doden. Vinden dat normaal. Als de ander daarvan afwijkt – dus kwaad doet – zijn we er als de kippen bij om hem of haar terecht te wijzen (of er zelfs tegen te vechten). We wijzen de ander daarentegen nooit op kwaad als hij of zij doet wat verwacht wordt, doet wat goed is, omdat goed geen kwaad nodig heeft om te kunnen bestaan.

Mijn instinct is gemakzuchtig. Heb de drang om direct te doen of te laten wat het eenvoudigst voelt. Om te liegen en zo een confrontatie uit de weg te gaan. Om te bezwijken voor primitieve gevoelens als haat, jaloezie en egocentrisme. En om het lichamelijke huisdier te vergeten en uit te hongeren. Tot dit dier, deze haas, gaat knagen. Zijn voedsel zelf wil zoeken buiten de lege voorraadkamers van mijn hart. Dan heb ik plots spijt van mijn eerdere zucht naar gemak.

Dus, voordat ik weer verval in laksheid, moet ik nadrukkelijker en veelvuldiger kiezen voor het goede: het liefhebben, verzorgen en voeren van mijn moraal, mijn hartenhaas. Zodat hij nimmer iets tekort komt. Het vereist relativering, inzicht en zelfbeheersing om het juiste besluit te nemen, om voor het duurzame goede te gaan, maar dat is uiteindelijk wel waar ik voor gemaakt ben. Waar ik het gelukkigste en mooiste mens van word. Zowel voor de ander als het beest in mijn hart.

Haastige voorspoed is namelijk zelden (hazig snoep)goed.

Vind jij ook leuk

Laat een comment achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Deze website gebruikt koeken. Is dat goed? Ja hoor Meer lezen

Privacy & Cookies Policy