Ik ben ziek, dus ik dans

door Bas Derks

Ik ben ziek. Niet ernstig, wees gerust. Dat wil zeggen: mijn rechterwang is groter dan die van de gemiddelde volkszanger waar ik nu – langzaam recupererend – de vijftiende misplaatste videoclip van aanschouw. Hoe ik in deze situatie verzeild raak? Mijn verstandskiezen zijn getrokken. En niet omdat ze los zaten, maar juist muurvast tussen kaak en tanden klemden. Ik zal je verder de krakende details besparen, alleen dat ik er nu al een aantal dagen flink ziek van ben. Tijdens een dergelijke ziekteperiode – die uit niet veel meer dan bankhangen en het uitlachen van overdagtelevisie bestaat – ben ik even teruggeworpen op mijzelf. Ik spreek met niemand af, sport niet en vertik het iets zinnigs te ondernemen. Het enige waar ik mij momenteel druk om maak: beter worden, en liever gisteren dan vandaag.

Terwijl meneer Grad Damen op mijn beeldbuis zijn liefde ten gehore brengt aan een dertig jaar jongere dame en zijn bolletje ijs knullig op de stoep laat vallen (geen grap, kijk maar), zap ik verder langs teleshopping en televisiemediums, tot ik blijf hangen bij een documentaire over Kamp Vught. In de documentaire spreekt men met acht overlevenden van het voormalig Nederlandse concentratiekamp. Ze vertellen over de afschuwelijkste periode van hun leven. Over de willekeur van de aanwezige nazi’s, de alles overwinnende overlevingsdrang en de ervaring om niets te hebben, behalve jezelf. Ondanks alle verschrikkingen komen de verhalen vrij droogjes uit het herinneringenarchief rollen. Dit komt – volgens de sprekers – omdat ze het gevoel van toen niet kunnen oproepen, ze zijn nu al tientallen jaren vrij en de emoties vervagen. Zelfs vrijheid went, ook na jaren in gevangenschap.

Niet dat ik mijn ziek zijn nu vergelijk met het vastzitten in een concentratiekamp, maar het is een kleinschalige metafoor van wat ik eerder probeerde uit te leggen. Op het moment dat ik gezond ben, vergeet ik hoe het is om ziek te zijn en zie ik mijn vitaliteit weer als iets vanzelfsprekends. Maak mij niet meer druk om het ‘beter worden’, maar om een verdwaald kledingstuk van een huisgenoot, een puistje op mijn neus of de twee minuten vertraging die de vervroegde herfstblaadjes op het spoor veroorzaken. In plaats van te danken voor mijn welzijn, aangezien dat bij lange na niet een vaststaand gegeven is, struikel ik over kleinigheden. Zelfs de overlevenden van Kamp Vught hebben zo nu en dan hun nukken, bijvoorbeeld als de afgeprijsde speculaasbrokken niet in de schappen van desbetreffende supermarkt blijken te liggen. Terwijl ze daar, een luttele 70 jaar geleden, niet eens aan konden denken. Al dolblij als er iets te eten was.

De man op het beeldscherm zingt over het zien van hemelsblauwe ogen, en dat hij niet meer dan die kijkers nodig heeft om gelukkig te zijn. Ondanks dat ik van dit soort Nederlandse kroegnummers normaal de Dokter Bibbers krijg, geef ik de onbekende volkszanger toch gelijk. Ik moet genieten van de zaken, die nog wel tot mijn mogelijkheden behoren, in plaats van te zeuren over hetgeen ik niet (meer) kan. Zoals de mannen en vrouwen van Kamp Vught intens genoten van het samen zingen, wat hen kracht en eigenwaarde gaf, in tijden dat ze verder niets bezaten.

Ik spring onder mijn ziektedekens vandaan, de bank af. Begin enthousiast te bewegen op videoclipje nummer zestien. Want, of ik nou zielig lig te klagen op mijn provisorische sneuheids-stekkie of geniet van wat het ongezonde lichaam nog wél kan: de tijd gaat voorbij. En, om er nog een volkszangerscliché overheen te gooien: van die tijd moet je het beste maken.

Ik ben ziek, dus ik dans.

Een WhatsAppjeWhatsApp-icon bij nieuwe schrijfsels?
Voeg 06-57835955 toe, stuur een willekeurig berichtje en blijf op de giga-hoogte!

Vind jij ook leuk

Laat een comment achter

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Deze website gebruikt koeken. Is dat goed? Ja hoor Meer lezen

Privacy & Cookies Policy