“Kom op Bas, maak een keuze: zwart of wit, zo moeilijk is het toch niet?” Mijn hoofd verandert in een rechtszaak, waar kleine engeltjes en duiveltjes de rechter (alias ‘Mr. Right’) proberen te overtuigen van hun standpunten. Als mr. Right uiteindelijk alles heeft aangehoord en tegen elkaar opgewogen, komt hij tot een uitspraak. Die uitspraak is vervolgens mijn mening, die ik uitspreek of opsla in mijn breinarchief.
De ene keer komt er een hoger beroep – in de vorm van andere mensen met een mening – en wordt de uitspraak herzien, de andere keer wordt het oordeel geaccepteerd. Geen idee of je het nu snapt, maar dit is de meest gesimplificeerde uitleg die ik kan geven over de radartjes in mijn hoofd. Zwart, noch wit dus.
Het vinden van een balans, bijvoorbeeld tussen zwart en wit, daar draait het om. Neem Zwarte Piet. De oplossing van die droevige discussie ligt in het midden: maak ze blauw, paars of rood! Niet zwart, of wit (blank). Iedereen blij. De kinderen merken er niets van. Zullen net zo verheugd hun kleine knuistjes uitsteken als er een Blauwe Piet met snoepgoed langs komt dartelen.
Het feest is namelijk voor deze onschuldjes, en niet de hypocriete (on)volwassenen, die racisme gebruiken (“Zwarte Piet is zwart door de schoorsteen en als het je niet bevalt, ga je maar terug naar je eigen land, neger!”) om uit te leggen dat de knecht van Sint niet racistisch is. Het laat mij huilen en lachen. Natuurlijk, afschaffen is geen optie, maar zo houden ook niet. Net als het homohuwelijk of vrouwenkiesrecht ooit is ingesteld. Dingen veranderen, verdwijnen niet. Geniet er nou maar van dat de regering hier nog naar het volk luistert in plaats van zijn wil oplegt.
En nee, het vinden van balans beperkt zich niet tot een najaarsfeest. Eigenlijk zijn we er constant, al dan niet bewust, mee bezig. Neem de vorm van het menselijk lichaam: dik (“Jak, eet minder!”) noch dun(“Jak, eet meer!”) tolereert men. Op school is het ook lastig evenwicht houden: het geven van een goed antwoord (“Nerd!”) of fout (“Domme trien”) levert in beide gevallen het verkeerde resultaat.
Zelfs de liefde zoekt een constante balans van enthousiasme (“Stalker.”) en terughoudendheid (“IJskonijn.”). En dan kan je nog zo stoer etaleren dat jij je niets aantrekt van anderen, maar ook dan breek je de balans, want: arrogant. Constant naar anderen luisteren is overigens ook geen optie: onzelfstandig. Balans, balans, balans. Kies dus niet voor wit of zwart, maar allebei en alles ertussenin. Op het moment dat die zin door mijn hoofdrechtszaal galmt, hoor ik de hamer van mr. Right neerkomen op mijn breintafelblad:
Aangenomen.”