Vroeger dacht ik dat mijn voeten de aarde rondjes lieten draaien. Over de voeten van een ander dacht ik niet na. Gravitatiekrachten kende ik niet. En als dat wel zo was, had ik er niets van begrepen. Er bestond alleen ik en de rest draaide daar omheen. Mijn wereld was hetgeen wat ik zag en alles wat buiten mijn blikveld viel, bestond niet. Ik dacht geenszins na over de zin en onzin van mijn levende lichaam. Wilde zoveel mogelijk aandacht, en snoepjes. Meer niet.
Terwijl mijn voeten groeiden – om het half jaar nieuwe schoenen – kromp het idee dat de aarde draaide door de beweging van mijn ledematen. En ook niet door de voeten van mijn nieuw verkregen zusje, waarmee ik plots aandacht (en snoepjes) moest delen. Sterker nog: zonder levende wezens zal de aarde nog steeds zijn dagelijkse rondje doen. En diezelfde aarde is op zijn beurt weer afhankelijk van de zon, waar het jaarlijks eenmalig omheen circuleert. Ik bleek slechts een zandkorrel, een speelbal van de wind.
Minstens een week wachtten we op post uit Frankrijk. Of een ander land waar een familielid vertoefde, die allang weer terug was als de brief door het deurluik plofte. Logisch, want Frankrijk lag niet om de hoek. Ik heb ooit – op een vrije woensdagmiddag (die had je vroeger) – stiekem om de hoek gekeken, maar daar lag alleen de villa van Frank. En die was rijk. Maar dat was toch iets anders. Tegenwoordig krijgen we een e-mail, of een whatsappje. Met een paar foto’s. Dat men geniet. De zon schijnt. En er, gelukkig, overal internet is.
Waar ik vroeger de 200 meter naar mijn basisschoolvriendinnetje Anouk een hele trip vond, is nu Indonesië ‘best een eindje’. En waar ik eerst nog tovenaar of astronaut wilde worden – daarvoor de volle steun ontving – vertelt het mensheidmerendeel mij nu dat ik die onmogelijke dromen beter kan laten waaien. Het is verwarrend. Net als de betekenis van dit bestaan. Naarmate de jaren vorderden, werd mijn wereldbeeld groter, maar mijn zelfbeeld kleiner.
Miljarden mensenlevens zijn voor altijd vergeten. Enkele namen van kunstenaars worden gekoppeld aan hun toevoegingen aan deze wereld, keizers aan het verwoesten ervan en uitvinders aan het beter begrijpen van diezelfde wereld. Aan die namen hangen hun daden, niet hun persoonlijkheid. Als mens overleef je namelijk slechts het eigen leven, niet de tijd, wat je verder ook gedaan, gezegd of gelaten hebt.
Het geruststellende is dat er dus niemand belangrijker, machtiger of beter is dan ik, maar dat zelf ook niet ben. De aarde draait niet om mij, maar evenmin om de ander. We zijn stuk voor stuk zandkorrels, die even loskomen van hun rots en later weer onafscheidelijk samenvoegen. Daartussen zwerven we of maken afzonderlijk deel uit van een groter geheel.
Sinds ik besef dat de aarde haar rondjes ook zonder mij draait, zocht ik naar de betekenis van mijn eigen dwalen. Eerst had ik de hoop mijn sporen achter te laten met mijn schrijfsels. Een onuitwisbare erfenis. Maar wat heb ik daaraan als dit ontbonden of veraste lichaam niet meer onder de levenden verblijft? Helemaal niets. Men zal dan namelijk uitsluitend het spoor herinneren en niet de persoon die het creëerde.
Nu denk ik dat mijn voeten zich niet op het eigen pad moeten richten, maar die van een ander behoren te ondersteunen. Want de aarde zal niet meer of minder draaien door de daden van een enkeling, maar wel langer door het handelen van ons allen. Als we elkaar helpen om het juiste spoor te bewandelen, zorgen we er ook voor dat toekomstige personen (zandkorrels) zonder beperkingen aan hun eigen pad kunnen beginnen.
Een zandstorm van één korrel heeft nul effect, is slechts een onbeduidende passant. Alle zandkorrels tezamen geven daadwerkelijk een betekenis. Een vorm aan mijn en jouw leven.
De aarde draait niet om mijn bestaan, maar mijn bestaan draait om de aarde.
3 comments
Heel mooi gezegd!
Leuk stuk weer 🙂
Sjonge jonge. Ben er even stil van.