“En de mensen in Syrië dan?” Ik heb net geklaagd over dat mijn dag niet meezit. Te laat wakker, geen ontbijt, haar werkte niet mee, lievelingstrui in de was en geen plekje in het fietsenrek. First world struggles, klopt, maar wel waar ik op dat moment tegenaanloop. Een situatie schetsen die erger is dan de mijne verzacht op zo’n moment geenszins mijn chagrijn. Er is namelijk altijd wel iets ergers te bedenken. En daar is vervolgens geen enkel antwoord tegenop gewassen.
Toen een vriend van mij zijn moeder plots verloor, kon zijn studie, sociale leven en wat hem betreft de ganse wereld gestolen worden. Logisch. Een dag later zag hij op de digitale tijdlijn van een Facebookvriendin: “Nooooo. Mijn parkiet is ontsnapt. Ik ben nu keihard aan het janken. #FML” Hij werd er boos van. Typte “Gelukkig leeft je moeder nog”. Maar op het moment dat zijn vingers op enter wilden drukken, bedacht hij zich.
“Mijn woede maakte plaats voor een kleine glimlach; plots was ik oprecht blij voor haar,” vertelde hij achteraf. “Blij dat de wereld doordraait en er gejankt wordt om een gevlogen parkiet. Iets wat in haar leven op dat moment het allerergste was. En dat is natuurlijk vervelend, maar ook mooi voor haar.” Ik vond dat zelfinzicht, zo vlak na de dood van één van de belangrijkste personen van je leven, waanzinnig. Kan ik nog wat van leren. Ik maak me namelijk constant schuldig aan het bagatelliseren van iemands ellende, door er grotere misère tegenover te zetten.
“Piemelzooi, mijn lievelingssmaak van Ben & Jerry’s is uitverkocht.”
– “Er zijn miljoenen mensen die een moord doen voor een zakje rijst.”
“Alle jantjes, mis ik net m’n trein. Moet ik verdeurie een kwartier wachten.”
– “In de Tweede Wereldoorlog zouden ze blij zijn met het missen van een trein.”
“Ik heb honger.”
– “In Afrika hebben ze hong…” JAHAAA.
Enfin, je snapt m’n punt. Andermans sores wegschuiven als iets minderwaardigs helpt de situatie niet bepaald verder. Het zorgt er alleen maar voor dat de ander nooit meer zijn of haar malaise met je deelt. Of constant denkt ‘niet te mogen zeuren’. Wat natuurlijk onzin is. Want niemand anders dan jij bepaalt waar jij wel of niet chagrijnig over mag zijn. Ook al is dat een onbereikbare kriebel vlak boven je billen.
Dus als jij of ik bij de volgende klachtenregen denkt: Ach joh, zeur toch niet. Spreek dat dan alleen uit wanneer je er goede redenen voor hebt. In alle andere gevallen: draai de rollen om. Ga mee in zijn, haar of mijn leed. Accepteer het chagrijn. Geef een knipoog. Zeg dat het inderdaad ‘hartstikke vervelend’ is. De ander zal zich gehoord voelen. Blij zijn dat hij of zij het hart heeft kunnen luchten. En zal dan meestal zelf met het argument komen: “Ach, ik mag ook niet zeuren. In Syrië zijn mensen er erger aan toe.”
Lees nu: Wat fout is kan nog wel kloppen
Fotograaf: Joylé Photography.
Volg Derks op Instagram. Snapchat: ditisderks. Of Spotify. Of doneer.
App 06-57835955 en blijf op de giga-hoogte!
13 comments
Arjan Mustafa haha ‘nooit mogen klagen’ denk jij wat (aan wie) ik denk
Toepasselijk Iris
Joey Dammiaans je moet dit echt lezen man
Laura Wienia best mooi stukje!
Sarah Van Vliet we zeggen niets van het gezeik van anderen, we kijken alleen, misschien is dat in ons geval erger
Wij ZIJN Derks
Iris Draaisma
Had dit bericht echt vijf minuten geleden ‘gevindikleukt’
Heul herkenbaar
Mega fan van je blogs, maar met deze compleet oneens haha. Helemaal niks mis met een beetje relativeringsvermogen, anders blijft het leven ook maar ellendig
Hadden ze in de Tweede Wereldoorlog maar wat meer relativeringsvermogen!
Ja Ja, point is made :p
Naaisch!